TESO test Helderse noodaanlanding op Marinebasis Den Helder

TESO test Helderse noodaanlanding op Marinebasis Den Helder

Op vrijdag 13 oktober test Koninklijke N.V. Texelse Eigen Stoomboot Onderneming (TESO) in samenwerking met de Koninklijke Marine en Rijkswaterstaat de noodaanlanding op Fort Harssens, onderdeel van de Marinebasis Den Helder. In een calamiteitensituatie waarin de reguliere veerhaveninstallatie onvoorzien niet gebruikt kan worden, moet de veerdienst uitwijken naar de noodaanlanding die vrijwel direct beschikbaar moet zijn. Op deze manier blijft Texel altijd bereikbaar.

Sinds 2020 is de noodaanlanding in Den Helder voorzien van een permanent brugdeel. Dit maakt het voor TESO mogelijk om in overleg met de havenmeester in geval van een calamiteit direct uit te kunnen wijken naar de noodaanlanding. Periodiek worden de noodaanlandingen op Texel en Den Helder getest. “Het is belangrijk om het hiervoor ontwikkelde draaiboek te testen. Door dit soort oefeningen met enige regelmaat te organiseren, bereiken we dat alle samenwerkende partijen, zoals de Koninklijke Marine en Rijkswaterstaat, in een dergelijke situatie van elkaar weten hoe er gehandeld moet worden om de walverbinding voor Texel zo snel mogelijk te kunnen herstellen”, aldus TESO directeuren Cees de Waal en Mario Prak.

Het verleden heeft aangetoond dat dit geen overbodige luxe is. Mede met oog op de huidige kwetsbare staat van de verouderde veerhaveninstallaties, die uiterlijk in 2030 vernieuwd worden door Rijkswaterstaat, is het van belang om op 13 oktober door middel van een realistische oefening vast te stellen dat de noodaanlandingen naar behoren ingezet kunnen worden.

Indien de TESO schepen afmeren aan de noodaanlanding, kunnen daar alleen de onderste voertuigdekken worden gebruikt. Dit betekent dat de capaciteit van de veerdienst in zo’n scenario met meer dan 50% wordt gereduceerd. Ook andere factoren zijn minder optimaal dan bij het gebruik van de reguliere aanlandingen. Daardoor gaat de vervoerscapaciteit terug gaat naar 25%, oftewel zo’n 160 auto’s per uur in plaats van de normaal gesproken maximaal 640 per uur. In een dergelijk situatie kan het nodig zijn om in overleg met de lokale overheden keuzes te maken en prioriteit te stellen bij zaken als continuïteit van de bevoorrading van supermarkten op het eiland en patiëntenvervoer.